377
De Heer wil een concreet apostolaat van je, zoals de vangst van die honderd drieënvijftig grote vissen - en geen andere dan juist die - die aan de rechterkant van de boot werden opgehaald.
Je vraagt me: Hoe komt het dat ik niets vang, hoewel ik toch weet dat ik een - mensenvisser - ben die contact heeft met veel vrienden, en hoewel ik zie op wie ik mijn apostolaat specifiek moet richten? - Heb ik te weinig liefde? Heb ik te weinig innerlijk leven?
Luister naar het antwoord uit de mond van Petrus, bij die andere wonderbare visvangst: - “Meester, de hele nacht hebben wij ons afgetobt en we hebben niets gevangen; maar toch zal ik op Uw bevel het net uitwerpen”.
In naam van Jezus, begin opnieuw! - Gesterkt: weg met die slapheid!
Document afgedrukt van https://escriva.org/nl/surco/377/ (23-5-2024)