107

De vorige vragen gingen over de verlovingstijd. Laten we het nu eens hebben over een paar problemen van het huwelijk zelf. Wat zou u een gehuwde vrouw adviseren, opdat het huwelijk zelfs na vele jaren nog gelukkig is en niet door een sluipende eentonigheid overheerst gaat worden? Misschien lijkt deze vraag op het eerste gezicht niet zo belangrijk, maar ons tijdschrift krijgt juist daarover veel ingezonden brieven.

Ik vind dat inderdaad een erg belangrijk probleem en daarom zijn ook de mogelijke oplossingen belangrijk, ook al komen deze eenvoudig over.

Om het enthousiasme van de begintijd in het huwelijk te bewaren, moet een vrouw erop uit zijn haar man elke dag weer opnieuw voor zich te winnen. En ditzelfde geldt voor de echtgenoot ten opzichte van zijn vrouw. De liefde moet elke dag weer veroverd worden, met offers, met een glimlach en met slimheid. Is het gek als een echtgenoot ten slotte zijn geduld verliest als hij vermoeid van zijn werk thuiskomt, en zijn vrouw maar tegen hem blijft praten en hem alles gaat uitleggen wat er volgens haar die dag allemaal misgelopen is? De minder prettige dingen kun je ook voor een gunstiger ogenblik bewaren als de echtgenoot uitgerust is en makkelijker bereid om te luisteren.

Een ander punt van aandacht is de verzorging van het uiterlijk. Mocht een andere priester het tegendeel beweren, dan zou hij volgens mij een slecht adviseur zijn. Hoe ouder iemand wordt die in de wereld moet leven, des te noodzakelijker is het niet alleen belang te hechten aan de verbetering van het innerlijk leven, maar - juist daarom - ook aan de verbetering van de zorg om presentabel te zijn, uiteraard altijd in overeenstemming met de leeftijd en de omstandigheden. Hoe ouder de gevel wordt, zeg ik wel eens voor de grap, des te eerder heeft hij een verfje nodig. Dat is de raad van een priester. Een oud Spaans spreekwoord luidt: Een verzorgde vrouw houdt haar man bij vreemde deuren vandaan.

Ik durf daarom te beweren dat de vrouw voor een groot deel zelf de schuld heeft van eventuele ontrouw van haar man, omdat ze hem niet iedere keer weer voor zich weet te winnen, omdat ze niet beminnelijk en fijngevoelig is. De aandacht van de gehuwde vrouw moet zich richten op haar man en kinderen, net zoals die van de man op zijn vrouw en kinderen. En daaraan moet men tijd en moeite geven, om te weten wat nodig is om het goed te doen. Alles wat deze taak in de weg staat, kan niet goed zijn.

Er is geen excuus om deze beminnelijke plicht te veronachtzamen. Noch een werkkring buitenshuis, noch persoonlijke vroomheidsoefeningen zijn een excuus, als ze niet met de verplichtingen van alledag te combineren zijn. Dan is het niet goed, God niet welgevallig. De echtgenote moet zich eerst aan haar gezin wijden. Ik kan me een liedje uit mijn geboortestreek herinneren waarin staat: De vrouw die het eten laat aanbranden omdat ze naar de kerk gaat, is voor de helft een engel, en voor de andere helft een duivel. Ik vind dat ze helemaal een duivel is!

Dit punt in een andere taal