47

Anderhalf jaar geleden had ik de gelegenheid om uw antwoorden op vragen uit een publiek van meer dan tweeduizend mensen in Pamplona te horen. Toen legde u er de nadruk op, dat katholieken zich moeten gedragen als verantwoordelijke en vrije burgers en dat ze “niet mochten leven van hun katholiek-zijn”. Wat betekent dit eigenlijk en welke bedoeling zit er achter deze gedachte?

Ik ben altijd pijnlijk getroffen door de houding van mensen die er een beroep van maken om zich katholiek te noemen, of van mensen die het principe van de persoonlijke vrijheid, waarop de hele christelijke moraaltheologie gebaseerd is, niet willen erkennen.

Een kenmerk van de geest van het Werk en van zijn leden is de Kerk en alle mensen te dienen, zonder zich van de Kerk te bedienen. Ik zie graag dat de christen van Christus getuigt in zijn gedrag en niet alleen in naam, en dat hij daardoor een echt voorbeeld is van een christelijk leven. Van klerikalisme moet ik niets hebben. Ik begrijp heel goed dat er naast een kwalijk antiklerikalisme ook een gezond antiklerikalisme bestaat, dat voortkomt uit de liefde voor het priesterschap en dat in verzet komt als de gewone gelovige of de priester een heilige zending voor zuiver aardse doeleinden misbruikt. U moet niet denken dat ik met die woorden een concreet iemand wil aanvallen. In ons Werk bestaat niet de neiging naar exclusivisme, maar slechts het verlangen om samen te werken met allen die zich voor Christus inzetten en met allen, christenen en niet-christenen, die hun leven zien als een prachtige gelegenheid om te dienen.

De nadruk die ik zelf, vooral na 1928, op dergelijke ideeën gelegd heb, is trouwens lang niet zo belangrijk als het belang dat het leergezag van de Kerk eraan hecht. Voor een arme priester als ik ben, was het een onbeschrijfelijke vreugde, toen het Concilie onlangs in de dogmatische constitutie over de Kerk Lumen gentium alle christenen eraan herinnerde dat ze zich volledig als burgers van de aardse stad dienen te voelen. Zij moeten dus met beroepsdeskundigheid en liefde voor alle mensen werken in alle menselijke activiteiten om zodoende de christelijke volmaaktheid te zoeken, waartoe ze geroepen zijn vanwege het simpele feit dat ze gedoopt zijn.

Dit punt in een andere taal