17
Bij diverse gelegenheden hebt u, als de begintijd van het Opus Dei ter sprake kwam, gezegd dat u toen niet anders bezat dan “jeugd, Gods genade en een goed humeur”. In de jaren twintig had bovendien de theorie van het lekendom nog lang niet die graad van ontwikkeling bereikt die zij nu heeft. Het Opus Dei is echter nu al een tastbare werkelijkheid in het leven van de Kerk. Kunt u ons verklaren hoe u reeds als jong priester het inzicht had dat nodig was om dit werk te kunnen realiseren?
Het was en is mijn enig streven de wil van God te volbrengen. Neemt u me niet kwalijk als ik verder niet inga op de details met betrekking tot het begin van het Werk, waarvan ik de betekenis door Gods liefde al vanaf 1917 voorvoelde. Ze zijn onafscheidelijk verbonden met de geschiedenis van mijn ziel en behoren tot mijn eigen innerlijk leven. Ik zou alleen willen zeggen dat ik steeds met de toestemming en de welwillende zegen van de bisschop van Madrid, waar het Opus Dei op 2 oktober 1928 ontstond, gehandeld heb. Later, ook altijd, met de goedkeuring en de aanmoediging van de Heilige Stoel en, in ieder concreet geval, van de bisschoppen van de plaatsen waar wij werkten.
Document afgedrukt van https://escriva.org/nl/conversaciones/17/ (3-12-2024)