157
Het brood en de oogst: gemeenschap met alle mensen
Jezus, zei ik jullie aan het begin, is de zaaier. En door de christenen zet Hij zijn goddelijk zaaien voort. Hij drukt het zaad in zijn gewonde handen, doordrenkt het met zijn bloed, reinigt het, zuivert het en strooit het uit in de voren die de wereld symboliseren. Hij strooit de korrels één voor één uit, opdat iedere christen in zijn eigen omgeving getuigenis geeft van de vruchtbaarheid van de dood en de verrijzenis van de Heer.
In de handen van Christus moeten we ons door zijn verlossend bloed laten doordrenken, ons in het rond laten strooien en het leven aanvaarden zoals God het voor ons wil. We moeten ervan overtuigd zijn dat het zaad in de aarde moet vallen en moet sterven als het vrucht wil dragen (zie Joh 12, 24] Daarna schiet de halm op en komt de aar tevoorschijn. De aar wordt brood dat door God zal worden omgezet in het Lichaam van Christus. Zo verenigen wij ons opnieuw met Jezus die de zaaier is. Omdat het brood één is, vormen wij allen samen één lichaam, want allen hebben wij deel aan het ene brood (1 Kor 10, 17).
Laten we nooit uit het oog verliezen dat er geen vruchten zijn als er niet eerst gezaaid wordt. Als we willen dat de mensen Christus leren kennen en, als ze Hem eenmaal kennen, naar Hem gaan hongeren, dan moeten we het woord van God edelmoedig uitstrooien. Dit feest van Sacramentsdag, Corpus Christi, het Lichaam van Christus, het Brood des levens, is een welkome aanleiding om te mediteren over de honger naar waarheid, naar gerechtigheid, eenheid en vrede die we bij de mensen kunnen zien. Wat de honger naar vrede betreft kunnen we met de heilige Paulus zeggen: Christus is onze vrede, pax nostra (Ef 2, 14). Het verlangen naar waarheid moet ons eraan herinneren dat Jezus de weg, de waarheid en het leven is (Joh 14, 6). De mensen die naar de eenheid verlangen moeten wij naar Christus leiden die ons vraagt om consummati in unum, volmaakt één te zijn (Joh 17, 23] De honger naar gerechtigheid moet ons naar de bron van de eendracht onder de mensen brengen: naar het goddelijk kindschap waardoor we broeders en zusters zijn van elkaar.
Vrede, waarheid, eenheid, gerechtigheid. Wat moeilijk lijkt het soms om de hindernissen te overwinnen die de saamhorigheid tussen de mensen in de weg staan! En toch zijn wij christenen geroepen om dat grote wonder van de broederlijkheid waar te maken: om met Gods genade te bereiken dat de mensen elkaar christelijk behandelen, elkanders lasten dragend, (Gal 6, 2) door het gebod van de liefde te beleven dat de band van de volmaaktheid is en de samenvatting van de wet (zie Kol 3, 14; Rom 13, 10).
Document afgedrukt van https://escriva.org/nl/es-cristo-que-pasa/157/ (13-10-2024)