66

De liturgie van de Veertigdagentijd krijgt soms een tragische toon doordat zij overweegt wat het voor de mens betekent zich van God te verwijderen. Maar die overweging heeft niet het laatste woord. Het laatste woord is aan God. Het is het woord van zijn reddende en barmhartige liefde en dus het woord van ons goddelijk kindschap. Daarom herhaal ik met de heilige Johannes: Ziet welk een liefde de Vader ons heeft gegeven, dat wij kinderen van God genoemd worden; en wij zijn het ook! (1 Joh 3, 1). Kinderen van God, broers van het Woord dat vlees is geworden en van wie is gezegd: In Hem was leven, en dat leven was het licht der mensen! (Joh 1, 4). Kinderen van het licht, broeders van het licht — dat is wat wij zijn! Dragers van de enige vlam die bij machte is licht te geven aan de harten van vlees!

Ik stop hier om verder te gaan met de heilige Mis. Ieder van jullie kan nadenken over wat de Heer van hem vraagt; over de voornemens en de beslissingen die de genade in jullie wil losmaken. En wanneer jullie de bovennatuurlijke en menselijke eisen van de overgave en de strijd ervaren, denk er dan aan dat Jezus ons voorbeeld is. Bedenk dat Jezus, die God is, toeliet dat Hij op de proef werd gesteld zodat wij vol goede moed kunnen zijn en zeker van de overwinning. Hij verliest geen veldslag. Als we met Hem verenigd zijn, zullen we nooit worden overwonnen, maar ons overwinnaar kunnen noemen en dat zijn we dan ook echt: goede kinderen van God.

Laten we met blijdschap in het leven staan. Ik ben blij. Als ik naar mijn leven kijk en mijn geweten onderzoek zoals dat in deze Veertigdagentijd van ons gevraagd wordt, dan zie ik geen reden om blij te zijn… Maar ik ben blij omdat ik zie dat de Heer mij voor de zoveelste keer zoekt en dat Hij mijn Vader blijft. Ik weet dat jij en ik met het heldere licht en de hulp van de genade beslist zullen zien welke dingen in ons vernietigd moeten worden, en die zullen we vernietigen; welke dingen eruit getrokken moeten worden, en die zullen we eruit trekken; welke dingen we moeten inleveren, en die zullen we inleveren.

Dit is geen eenvoudige opgave. Maar we hebben een duidelijke leidraad die we niet buiten beschouwing moeten en mogen laten: wij worden door God bemind en we willen de heilige Geest in ons laten werken en ons laten zuiveren. Dan kunnen wij de Zoon van God aan het kruis omhelzen en daarna met Hem verrijzen, want de vreugde van de verrijzenis is geworteld in het kruis.

Maria, onze Moeder, auxilium christianorum, refugium peccatorum, hulp van de christenen, toevlucht van de zondaars, spreek voor ons ten beste bij uw Zoon. Bidt dat Hij ons de heilige Geest mag zenden en dat die het besluit in ons hart wakker maakt om moedig en vastberaden onze weg vervolgen. Bidt dat Hij in het diepst van onze ziel het roepen mag laten klinken dat een van de eerste christenen bij zijn marteldood met vrede vervulde: Veni ad Patrem [H. Ignatius van Antiochië, Epistula ad Romanos, 7, 2 (PG 5, 694)]. Kom, kom terug bij je Vader die op je wacht!

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit punt in een andere taal