169
De christelijke deugd gaat verder: zij brengt ons ertoe ons erkentelijk, vriendelijk, edelmoedig te betonen; dat wij ons gedragen als trouwe en eerlijke vrienden, in goede tijden evengoed als in tegenspoed; dat wij de wetten nakomen en het wettig gezag eerbiedigen; dat we het met vreugde weer goedmaken als we merken dat wij een probleem verkeerd hebben aangepakt. Als wij rechtvaardig zijn, zullen wij vooral onze beloften nakomen in zakelijke, maatschappelijke en familiekring… zonder vertoon, zonder ophef, door ingespannen te werken en door onze rechten uit te oefenen die tegelijkertijd verplichtingen zijn.
Ik geloof niet in de rechtvaardigheid van luilakken, omdat zij met hun dolce far niente —zoals ze in mijn geliefde Italië zeggen— het belangrijkste principe van de billijkheid, de arbeid, veronachtzamen, en soms in ernstige mate. Laten wij niet vergeten dat God de mens schiep ut operaretur (Gen 2, 15), opdat deze zou werken, en onze naaste —ons gezin, ons volk, de hele mensheid— is ook afhankelijk van de effectiviteit van ons werk. Kinderen, wat een benarde opvatting van rechtvaardigheid hebben de mensen die haar terugbrengen tot enkel het verdelen van de aardse goederen.
Document afgedrukt van https://escriva.org/nl/amigos-de-dios/169/ (4-10-2024)