Zevende Statie: Jezus valt voor de tweede keer onder het Kruis
Reeds buiten de stadsmuur gekomen bezwijkt het lichaam van Jezus opnieuw, als gevolg van zijn zwakheid. Hij valt voor de tweede keer, onder het geschreeuw van de menigte en het geduw van de soldaten.
De zwakheid van het lichaam en de bitterheid van de ziel hebben de nieuwe val van Jezus teweeggebracht. Alle zonden van de mensen - ook de mijne - drukken op zijn allerheiligste Mensheid.
Waarlijk, het waren onze ziekten die hij op zich nam, en onze smarten die hij heeft gedragen; wij echter beschouwden hem als een geslagene, door God gekastijd en vernederd. Hij werd doorstoken om onze weerspannigheid, om onze zonden gebroken; hij werd gestraft; ons bracht het vrede, en dank zij zijn striemen is er voor ons genezing. (Jes. 53, 45).
Jezus bezwijkt, maar zijn val doet ons opstaan, zijn dood laat ons verrijzen.
Ons hervallen in het kwaad beantwoordt Jezus met zijn aandrang ons te verlossen, met overvloed van vergiffenis. En, opdat niemand wanhopig wordt, staat Hij moeizaam opnieuw op en omhelst het Kruis.
Laat misstappen en nederlagen ons niet meer van Hem scheiden. Evenals het zwakke kind dat zich vol berouw in de stevige armen van zijn vader werpt, zullen wij, jij en ik, ons vastklampen aan het juk van Jezus. Slechts dit berouw en deze nederigheid zullen onze menselijke zwakheid omzetten in goddelijke kracht.
Gedachten ter overweging
1. Jezus valt door het gewicht van het hout… Wij vallen door de aantrekkingskracht van de aardse dingen.
Hij wil liever vallen dan het Kruis loslaten. Zo herstelt Christus de liefdeloosheid die ons omverwerpt.
2. Waarom die ontmoediging? Vanwege jouw zonden? Wegens je ontsporingen die zich soms herhalen? Door een zeer grote nederlaag waarop je niet verdacht was?
Wees eenvoudig. Open je hart. Zie, er is nog niets verloren. Je kunt nog doorgaan, en wel met meer liefde, meer genegenheid, meer sterkte.
Neem je toevlucht tot het goddelijk kindschap: God is immers je allerliefste Vader. Dit is jouw zekerheid, de bodem waar je voor anker kunt gaan, ongeacht wat er aan de oppervlakte van de levenszee moge gebeuren. En je zult vreugde, sterkte, optimisme vinden, en de overwinning!
3. Je hebt mij gezegd: Vader, ik maak het heel slecht!
En ik heb je toegefluisterd: Neem op je schouders een stukje van dit kruis, een heel klein stukje maar. En als je dat zelfs niet aankunt… laat het dan in zijn geheel op de sterke schouders van Christus. En herhaal van nu af met mij: Mijn Heer en God! In uw handen laat ik het verleden, het beden en de toekomst, het kleine en het grote, het weinige en het vele, het tijdelijke en het eeuwige.
En wees dan gerust.
4. Bij een bepaalde gelegenheid heb ik mij afgevraagd, welk martelaarschap groter is: dat van degene die voor zijn geloof door de vijanden van God de dood ingaat, of dat van degene die zijn levensjaren met werken slijt, zonder een andere intentie dan de Kerk en de zielen te dienen, en daarbij glimlachend oud wordt, en helemaal niet opvalt.
Volgens mij is het niet-spectaculaire martelaarschap heldhaftiger… Dat is jouw weg.
5.Om de Heer na te volgen, om omgang met Hem te hebben, moeten wij ons door de nederig held pletten zoals druiven in de perskuip getreden worden.
Indien wij onze ellende treden - wij zijn immers vol van -,dan komt Hij en maakt van onze ziel zijn woning. Evenals in Betanië spreekt Hij ons en wij met Hem, in een vertrouwelijk gesprek van vrienden.
Document afgedrukt van https://escriva.org/nl/via-crucis/7/ (15-10-2024)